Megan

  Zul je me nooit alleen laten….nooit? Hij lag met wijd open ogen naar het plafond te staren. Hij durfde zijn ogen niet meer dicht te doen. Ze was weg en zou nooit meer terugkomen. Hij durfde haar niet meer aan te kijken. Met een ruk draaide hij zich om en verborg zijn gezicht in het kussen. Het rook nog naar haar. Het voelde alsof ze er nog was. Als hij z’n ogen sloot, zag hij twee lichtend blauwe ogen in een lachend gezicht omlijst door gitzwart haar. Ze was Iers, ze heette Megan en hij hield van haar. Hij had haar ontmoet op een feestje waarvoor Maud hem had uitgenodigd. Hij was helemaal niet van plan te gaan, maar Maud was hem komen halen en hij kon er niet meer onderuit. Ook al veinsde hij nog dat hij ziek, zwak en misselijk was  en hoofdpijn had, zijn zus was niet te vermurwen geweest. Was ze nooit. Ze kreeg altijd haar zin. Het feestje was bij Roy en zou wel weer als gebruikelijk saai zijn. Roy had alleen maar vrienden die een kunstzinnige kliek vormden. Ze praatten over kunst alsof die alleen voor henzelf bestemd was. Als je niet mee kon praten, keken ze je wat meewarig aan. Ze keken hem dikwijls meewarig aan. Paul kotste ervan. Quasi-intellectuelen….! En vooral de minder ‘gestudeerden’ waren aanmatigend snobistisch en toonden een arrogantie, omgekeerd evenredig aan de reden ervoor. Langzaam liep Paul, zorgvuldig vermijdend in een gesprek verzeild te raken, naar de bar. Dat was de enige prijzenswaardige voorziening tijdens de feestjes van Roy. Zorgvuldig koos hij zijn drankje en liep naar één van de diepe erkers aan de stille kant van het vertrek. Dichtbij hem stond een groepje dat net als hij kennelijk niet veel op had met de kletsende kunstliefhebbers. Hij ving een paar woorden op en hoorde dat ze Engels spraken. Hoe kwamen die nou hier verzeild? Zijn blik dwaalde zoekend naar iemand die hen mogelijk had geïnviteerd en concludeerde dat het ook Maud moest zijn geweest. Zij was tenslotte kortgeleden teruggekomen uit de States, na een drie maanden durende stage. Het groepje zag er overigens niet Amerikaans uit. Eerder Brits.  Zijn nieuwsgierigheid was gewekt. Langzaam kwam hij dichterbij en ging een stukje achter een meisje met gitzwart haar staan. Verwonderd keek hij ernaar. Het was anders zwart dan het haar van de oosterse meisjes die hij kende. Haar handen, die druk gesticuleerden terwijl ze kennelijk een klemmend betoog hield, waren opmerkelijk blank. Plotseling draaide ze zich even om en hij keek in de meest hemelsblauwe ogen die hij ooit had gezien. Drie dagen daarna had hij Maud gebeld. ‘Ja, zij had die Ieren uitgenodigd. Ze had ze ontmoet op een muziekfestival in de VS en daar gehoord dat ze naar Nederland zouden gaan… vandaar…!’ ‘Wie was dat meisje met het zwarte haar en die helderblauwe ogen.?’ Maud lachte… ‘Niets voor jou om haar niet onmiddellijk te versieren. Je zou het dan inmiddels al geweten hebben, nietwaar’ zei ze sarrend. ‘Ach hou op’ zei hij kribbig. Hij kon er nooit goed tegen als hij in de zeik gezet werd. En zeker niet door Maud. Maar ze was toch wel zo vriendelijk geweest om hem de naam van het hotel te geven waar de groep zat. In Eindhoven! Ze kon hem niet vertellen hoe ze heette. Hij was er naar toe gegaan en had een kamer in het hotel genomen. Hij ging in de lounge zitten en wachtte wat er ging gebeuren. Na een paar uur wat glossy’s te hebben doorgekeken, op straat een stukje gelopen te hebben en weer in de lounge te hebben gezeten, stond hij op en vroeg aan de balie waar het restaurant was. Hij had honger gekregen. De man duwde ergens op een onzichtbaar belletje en er kwam een jongen in een vrolijk uniform aanlopen. ‘Breng deze heer naar het restaurant Mark.’ Shit, hij had niet gevraagd wat een kamer kostte. Met dit soort service zou het niet goedkoop zijn. Het werd tijd dat hij zijn boek afmaakte. Zijn reserves raakten uitgeput. ‘Mijnheer?’ Met een uitnodigend gebaar werd Paul de deur van het restaurant binnen geloodst. Hij keek even rond waar hij zou gaan zitten. Even hield hij zijn adem in. Daar! Daar in de hoek bij het raam zat een bekend clubje mensen dat kennelijk zojuist aan de maaltijd begonnen was. En zij was erbij! Ze zat aan de korte kant van een vrij lange tafel. Er zaten meer mensen aan dan er op het feest waren geweest. Langzaam liep hij naar een klein tafeltje en ging zo zitten dat hij haar aan kon kijken en dat ze hem zou zien als ze opkeek. En dat gebeurde frequent. ‘Mijnheer?’ Alweer zo’n stijve hark. Hij kreeg de kaart en sloeg hem open. Zijn angst werd bevestigd. De musici aan gindse tafel moesten wel bekend zijn en hoge gages kunnen bedingen om in een dergelijk hotel te kunnen verblijven. Hij kon het in geen geval langer dan twee nachten. Damned! Dat betekende dat hij haast moest maken. Hij bestelde iets eenvoudigs en keek tersluiks naar de andere tafel. De ober gaf hem de wijnkaart. Nou dat was niet nodig. De huiswijn zou wel de goedkoopste zijn. Die dan maar! Aan de andere tafel werd uitbundig gelachen. Hij probeerde te verstaan wat er gezegd werd maar de taal die nu gesproken werd kwam hem als Russisch voor. Gaelic waarschijnlijk. Dat ze dat nog spraken! Paul dacht dat het een dode taal was maar kennelijk niet. Opnieuw werd er smakelijk gelachen. Het meisje keek met haar onwaarschijnlijk blauwe ogen steels naar hem. Hij lachte haar onmiddellijk met zijn meest innemende glimlach toe. Ze lachte ook. Even maar en keek direct weer naar haar metgezellen. Ze was de enige vrouw in het gezelschap. Wie van de zes mannen zou bij haar horen of was ze nog single? Stom. Misschien was ze wel getrouwd en was zijn hele escapade tot mislukken gedoemd. Wat een eikel was hij toch dat hij zich zo liet meeslepen en zo’n avontuur begon. Feitelijk zonder er bij na te denken. Hij keek weer naar haar en op het zelfde ogenblik sloeg ze haar blik ook weer naar hem op. Ze begonnen tegelijk te lachen. Ze draaide zich naar haar buurman en fluisterde hem iets in zijn oor. Toen stond ze op en kwam op hem toe. Zijn hart sloeg een roffel en toen driemaal over. ‘Mag ik er even bij komen zitten?’ vroeg ze in perfect Nederlands, maar met een zangerige ondertoon. ‘Natuurlijk, graag zelfs ik…ik…’ Verder kwam hij niet. Ze had hem volledig overrompeld en ze nam resoluut de leiding. ‘Was jij niet ook op het feestje bij Roy?’ vroeg ze op een toon die duidelijk maakte dat ze het donders goed wist. Hij was haar dus opgevallen in dat ogenblik dat ze elkaar in de ogen hadden gekeken. Paul knikte. ‘Ja,’ zei hij, ‘maar ik ben vrijwel direct na jullie weggegaan.’ Hij haalde even zijn schouders op. ‘Wij zijn maar even gebleven. ‘ zei ze. ‘Alleen maar om Maud een plezier te doen. Kon ze pronken in dat kliekje nitwits.’ ‘Paul grijnsde. ‘Ik heet Paul, Paul Menzies, de broer van Maud,’ zei hij en keek haar vragend aan. ‘Dat wist ik al. Ik heet Megan Ferguson. ‘Je hoort dus niet bij de muziekgroep.?’ ‘Nee, ik ben hun contact met de platenmaatschappij in Nederland. En ik ga dus af en toe met ze uit eten als ze hier zijn. Zingen kan ik niet.’ Paul zweeg en keek haar zonder het te merken verliefd aan. Ze lachte en raakte haar zelfverzekerdheid wat kwijt. ‘Wat ga je vanavond doen?’ Paul keek haar nu vragend aan. ‘Weet ik nog niet. Misschien moet ik wat regelen voor ze’ en ze keek om. ‘Morgenvroeg vertrekken ze naar Duitsland voor een tournee van drie weken. Ik denk niet dat ze nog ergens heen willen.’ ‘Is hier in Eindhoven wat te doen.?’ ‘Ik zou het niet weten. Ben je met de auto?’ Paul knikte. ‘Momentje..’ zei ze en stond op. Ze overlegde kort met een van de groepsleden. Die knikte en pakte haar hand. Er werd iets gezegd en de anderen barstten in lachen uit. Vrolijk waren ze in ieder geval. Ze kwam naar hem teruglopen met een diepe glimlach op haar gezicht. Deze toverde kleine kuiltjes in haar wangen. Haar ogen schitterden. Hij besefte dat hij op dat moment echt verliefd werd. ‘Waar zullen we heengaan? Oh nee, je hebt natuurlijk nog niet gegeten. Heb je hier een kamer?’ Drie vragen die het hem eigenlijk onmogelijk maakten om een antwoord te geven. Ze ging zitten toen de ober hem zijn maaltijd kwam brengen. Met een snelle beweging graaide ze zijn vork weg en begon kleine stukjes van zijn bord te pikken. ‘En…? Heb je hier een kamer?’ Hij knikte, nam een paar happen en schoof toen zijn bord weg en stond op. ‘Laten we ergens heen gaan. Het kan me niet schelen waarheen maar die vrienden van je zitten ons telkens dubbelzinnig grijnzend te bekijken. Megan stond op, pakte hem bij de hand en trok hem mee de eetzaal uit. Ze liep naar de balie en draaide zich om. ‘Welke kamer heb je?’ haar wenkbrauwen in een vragende boog optrekkend. Voor hij iets kon zeggen werd de juiste sleutel al op de balie neergelegd. Service met een hoofdletter! Ze pakte hem op en keek naar het nummer. ‘We gaan met de lift.’ Al zou hij het gewild hebben, tegenspraak was zinloos. Zij had de regie en hij liet haar. In de lift stond ze ver bij hem vandaan. Alsof ze een vreemde was die toevallig ook naar boven ging. Een schok, en de lift stond stil. Zachtjes suizend gleden de deuren open en Megan schoof naar buiten. Alle branie plotseling van zich afgooiend. Ze nam zijn arm en stak de sleutel in het slot en draaide hem langzaam om. Ze gaf de deur een zetje en keek nieuwsgierig naar binnen. Alleen zijn weekendtas. Op het brede bed. Verder geen aanwijzingen. Binnen duwde ze de deur met haar hiel dicht en draaide zich naar hem toe. ‘Ik wil nu wel een kus,’ fluisterde ze en gaf direct gevolg aan haar eigen suggestie. Haar armen schoven om zijn hals en langzaam trok ze zich tegen hem aan. Een wilde, warme golf doorstroomde Paul. Hij kuste haar eerst voorzichtig terug. Half verwachtend dat ze zich terug zou trekken met de opmerking dat het zo wel genoeg was. Maar het was niet genoeg. Nog lang niet. Langzaam liep ze achteruit zonder zijn lippen los te laten en liet zich achterover op het bed vallen. Hem meetrekkend en opvangend. ‘Ik ben verliefd op je vanaf het eerste moment dat ik je zag. Op het feestje,’ murmelde ze zachtjes in zijn oor en knabbelde aan zijn lelletje. ‘Ik ook op jou’ loog hij en kuste haar opnieuw. Hij rolde over haar heen en trok haar helemaal op het bed. Met een flinke schop verdween zijn weekendtas in een hoek. Hij trok haar bovenop zich. Haar zwarte haren vielen als een donker gordijn om hem heen. Hij haalde zijn vingers er doorheen en duwde ze om hoog. Haar ogen waren diep donkerblauw. Toen zijn linkerhand, bijna per ongeluk, haar rechterborst licht beroerde, ging ze overeind zitten. Hij mocht een paar knoopjes van haar bloes losmaken. De rest deed ze zelf. Eronder was ze mooi, bloedmooi. Mooier dan hij ooit gedacht had bij zich te zullen hebben. Toen ze naakt was, trok ze zijn polo over zijn hoofd en gooide hem in de hoek bij de weekendtas. De sluiting van zijn riem gaf even problemen maar al snel schoof ze achteruit en nam zijn spijkerbroek, zijn boxer en zijn sokken in één beweging mee. Ze deelden het lot van de polo. Stil keek ze naar hem en liet zich toen voorover vallen. Ze klemde zich aan hem vast en hij hoorde een snik omhoog komen. ‘Wat is er?’ vroeg hij verschrikt. Ze kwam overeind en hij zag dat haar ogen vochtig waren. Een golf van liefde en medelijden sloeg door zijn lijf. ‘Zul je me nooit in de steek laten? Nooit?’ Ze keek hem vragend aan. Paul was niet in staat iets te zeggen. Hij schudde zijn hoofd en trok haar aan haar handen weer naar beneden. Ze kusten hartstochtelijk. Het was alsof ze elkaar al jaren liefhadden. Megan schoof van hem af en trok hem over zich heen. ‘Ben je lief voor me? Ik ben nog maagd.’ Er ging een schok door Paul. Daar had hij volstrekt niet aan gedacht. Hij boog zich over haar heen en kuste haar teder. Heel zacht kwam hij bij haar. En pas veel later, warm en bezweet liet hij zich naast haar zakken. De volgende morgen reden ze samen terug naar Utrecht. Onderweg spraken ze weinig maar haar hand streelde hem voortdurend langs zijn hals. Hij moest haar thuis brengen. Ze woonde in Oud-Zuilen. Er zat een bordje op de muur naast de deur waardoor ze verdwenen was. Paul kon het niet goed lezen maar vermoedde dat de naam Ferguson was. De voorletter misschien een P maar kon ook een F zijn. Het woord eronder was duidelijker: Huisarts. De verdere tekst was te klein. Hij reed langzaam weg. De binnenstad in naar zijn piepkleine flatje. Nauwelijks groot genoeg voor hem alleen. Maar ze had gezegd dat ze zou komen. En zou blijven. Hij zou wel zien. Zijn bed was in ieder geval groot genoeg. Ze kwam die avond al. Van schrijven kwam niets. De eerste weken niet. Megan drukte haar stempel op zijn flat. En hij hield ervan. Ze had hem nooit willen vertellen waarom ze bang was dat hij haar alleen zou laten. Hij was haar eerste geweest. Ze was onervaren en toch straalde ze een zelfverzekerdheid uit die hem telkens weer in verwarring bracht. Hun nachten waren lang en hartstochtelijk. Met kinderlijk plezier leerde ze hem lief te hebben. Soms gegeneerd maar snel wennend en uiterst creatief in het bedenken van allerlei nieuwigheden. Het liefst nam zij het initiatief, zat ze boven op hem en schreeuwde dan de hele buurt bij elkaar. Op een dag stond haar vader voor de deur. Ze moest mee. Naar Ierland. Haar oma lag op sterven en wilde de hele familie om zich heen hebben. Ze bleef bijna twee weken weg. Zonder enig bericht. De dagen kropen voorbij. Paul probeerde te schrijven, maar met uitzondering van een paar vlagen, bleef de inspiratie ver. Na bijna twee weken zat hij stil voor zich uit te kijken….schrijven wilde niet.. Plotseling hoorde hij haar stem: ‘Paauul!!’ Hij vloog naar het raam. Daar stond ze. Aan de overkant van de drukke straatweg. Ze zwaaide uitbundig en stond te dansen van ongeduld. Hij rende naar beneden om de deur open te doen. Halverwege de trap hoorde hij de remmen van een auto. Een bons en toen even niets meer. Hij rukte de deur open…… Daar lag ze. Haar tas een paar meter verder en een groter wordende donkere vlek onder haar hoofd. Hij stond nog aan de stoeprand toen zijn buurvrouw hem bij de arm nam en naar binnen loodste. De ziekenwagen was weg. De politie zou hem komen halen om hem naar het ziekenhuis te brengen. Maar hij wist het. Die middag stierf ze zonder bij kennis gekomen te zijn.   Met zijn gezicht in haar kussen hoorde hij haar telkens opnieuw zijn naam roepen. En heel zacht erachteraan: Je laat me nooit alleen hè…nooit?