Het geheimzinnige perkament

Een grote boom die al eeuwenlang op het marktplein staat, zal tegen de zin van de bewoners worden gekapt. Tom en Marjolein moeten met hulp van Brigid, een vrouw die bovennatuurlijke krachten bezit, een middeleeuws boek vinden waarmee de boom gered kan worden. In een spleet in de boom vinden ze een stukje perkament. Ze gaan op onderzoek uit en komen uiteindelijk in de 14e eeuw terecht. Daar gaan ze verder op zoektocht. Ze worden tegenwerkt door Marit een kwade geest die het boek nodig heeft om eindelijk rust te vinden.

Ik heb dit boek helemaal bewerkt. Het is inhoudelijk en ook uiterlijk geheel herzien. Arjan heeft een heel nieuwe cover ontworpen waar ik erg blij mee ben.
Hieronder een paar fragmentjes die een indruk geven over de inhoud.

Fragment 1

Storm over Berveld

Het is doodstil in Berveld. Er is geen mens op straat zo midden in de nacht. Het is nauwelijks 2 uur. Het is niet pikdonker. Er is een halve maan te zien en de sterren geven ook veel licht.
Geen mens? Ja toch, daar, onder de boom zit Wanne. Die zit daar wel vaker ’s nachts, als het rustig weer is. Wanne kijkt rond, op zoek naar dingen die hij eigenlijk helemaal niet hoeft te zien. Maar er is niets. Hij leunt achterover en droomt een beetje weg. Dan vliegt er plotseling een grote vogel laag over het marktplein.
Wanne schrikt. Wat is het? Een uil? Maar daar is de vogel veel te groot voor. Dan lijkt de vogel stil te hangen in de lucht. Maar het is geen vogel. Het is een mens. Een vliegend mens?

Wanne staat op en trekt zich voorzichtig terug achter de immens dikke stam van de boom. Hij voelt zich niets op zijn gemak maar is veel te nieuwsgierig om weg te gaan. Hij durft ook niet goed weg te lopen. Stel dat hij gezien wordt?

De figuur zweeft langzaam, een meter boven de grond in de richting van de boom. Hij heeft een lange zwarte mantel aan en een grote capuchon verbergt zijn gezicht.

Fragment 2

Ze lopen naar binnen en lopen langs de dikke muren waarin grafstenen van lang geleden zijn geplaatst. Op kleine bordjes staat erbij wie het geweest zijn en wat ze gedaan hebben. ‘Kom mee” zegt Mats en trekt Noé naar een hoek van de kerk. Daar is een trap en ze gaan naar beneden, de crypte in. In de crypte staan twee grafmonumenten en langs de wand staan een paar vitrines van glas. Sommige met voorwerpen, andere met boeken en perkamenten.
Plotseling pakt Noé Mats bij zijn arm en knijpt er hard in.
“Au…” roept Mats gedempt “waarom doe je dat.…?” en hij kijkt Noé verbaasd aan.

“Kijk …” Zegt ze en ze wijst naar een vitrine die in een hoekje verscholen staat achter een grote kast. In de vitrine ligt een oud document. Ze lopen er naar toe en Mats ziet waarom Noé zo opgewonden was. Het zijn dezelfde letters weer! “Dat lijkt wel dezelfde taal!” De stem van Noé trilt. Mats kijkt en ziet dat ze gelijk heeft. Noé mompelt onbewust de eerste woorden van het perkament. Plotseling klinkt een zacht gefluit door de ruimte. Mats en Noé krijgen het ineens koud. De rillingen lopen hen over de rug. Ze kijken als versteend naar de hoek. Opeens veranderen enkele woorden in voor een deel leesbare tekst.

”het antwoord is in het: ….an neimheadh…hunebed…seo..”

Dan vervagen de letters en verschijnt de oorspronkelijke tekst weer. Dan verschijnt er in de kleine ruimte een wolk… een waas die langzaam de vorm aanneemt van wat op een middeleeuwse monnik lijkt. Maar je kunt dwars door hem heen kijken. Noé geeft een gesmoorde gil en trekt Mats mee naar boven en naar buiten het plein weer op. In de warme zon komen ze een beetje bij.